De zon staat weer hoog aan de hemel,
vogels fluiten vrolijk hun lentelied.
Op een bankje in het park zit een meisje,
ze huilt, ze heeft verdriet.
In haar gevouwen handen houd ze krampachtig een brief,
bode van een onheilspellend bericht.
Nooit nog zal ze hem zien,
haar geliefde, zijn gezicht.
Een oorlog, ver van ons bed,
kostte hem het jonge leven.
Zij blijft achter, zonder iemand,
om haar liefde aan te geven.
Grijze wolken verbergen,
de eerder zo blauwe rimpelloze lucht.
Waar net nog vogels zongen,
klinkt nu een diepe weemoedige zucht.
Het zal lang duren,
eer deze pijn is weggegaan.
Slechts na lange tijd rolt uit haar ogen,
die laatste bittere traan.
Om een liefde die haar,
op een brutale manier is ontnomen.
Om het onmenselijk wrede einde,
van haar menselijke dromen.
Auteur: Eric Van Aelst | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 29 december 2003 | ||
Thema's: |