Men zegt van liefde dat ze hard is, zong Ann Christy,
misschien sprak ze uit eigen ervaring,
maar al was het zelfs niet uit eigen ervaring iedereen weet hoe het zit.
Je eerste lief dat vergeet je nooit,
de pijn die het geeft om hem te verliezen,
het gevoel om ineens alleen te zijn op de wereld,
de lege plek waar er vroeger iemand was.
De gene die je steunde als het nodig was,
die je tranen wegveegde, die je deed lachen,
je kreeg buikpijn van het lachen…
Alles is dan weg…
Je hebt alleen nog de herinneringen,
die bewaar je voor altijd,
niemand kan je deze afnemen.
Er gaat tijd over heen,
maar toch ontdooit soms dat bevroren gevoel,
Het gevoel dat hij je gaf,
Het gevoel van verliefdheid,
Van veiligheid,
Je ziet hem voor je staan,
Met zijn handen die je hoofd vastnemen,
Zijn lippen die de jouwe kussen,
Die herinnering patst uit elkaar bij het vallen van je tranen.
Tranen van verdriet,
Pijn…
In je hart is er een plaatsje voor hem,
En niemand kan aan hem tippen,
Je kan aan niemand meer liefde geven als aan hem,
Toch zie je misschien iemand anders ook graag maar toch,
Je weet heel goed dat alles voorbij is,
Maar toch?
Misschien heb je nog wat hoop,
Ook al is deze hoop vergeefs,
Je hoort zijn stem die je zijn lieve woorden toefluistert.
Je ziet zijn lach,
Je droomt van zijn aanwezigheid.
Je kent hem zo goed,
Je kent elke plek van zijn lichaam,
Je vind hem op de tast,
Je mist hem.
Je weet dat jij de verliezer bent.
De verliezer van je hart.
De verliezer in een ongelijke strijd.
Je wilt vluchten,
ontsnappen aan het verdriet,
Maar het heeft geen zin,
Je kan er niet voor gaan lopen.
Eén raad als je dat voor hebt,
Denk aan de vriendschap die je nog krijgt, het vertrouwen,
Zo doe ik dat 11-11-03