Die wippende tippelende heerlijkheid
Deze geurige kleurige sierlijkheid
ligt hier en daar alom wereldwijd verspreid
Maar hoeveel van ons zien deze schoonheid staan
oogjes dicht en oortjes toe, het jasje aan
En ze zien niet eens de bloemen langs de baan
Die wippende tippelende jeugdigheid
Ze Loopt oerdom doorheen die moderne tijd
Tot het hen eens oud geworden hevig spijt
Het jonge bloed stroomt en spuwt als een vulkaan
In deze strijd voor ons aller nabestaan
En toch moet je even bij je zelf stilstaan
Die wippende tippelende eigenheid
Ligt er ook voor rijk en arm in onderscheid
Als was de lente opeens een sneeuwtapijt
Want dag na dag komen die rimpels er aan
Als dromen die nu met de zon ondergaan
Om langzaam wippend tippelend heen te gaan