Zijde aan een gouden draad
zweef ik parels door ‘n nacht
verlicht vol gouden sterren
roept de stem mij met haar
fijne snaar
belicht ik wat in donkerte was
verdwenen, vluchtig als vergaan
roep ik mijn gestalte terug
naar daar
fijn als zijde spint een gouden
draad, het hele verhaal in zacht
van ritme klopt het verlangen
van mijn hart
fluisteren handen door mijn
ziel verborgen tralie heen
trekken mij door de enige
zichtbare opening
de maan leidt mijn weg
verlicht en helder
in deze vorm een
hele openbaring