Verstijft
'K zit verstijft op mijn stoel,
in mijn hoofd is het een warrige boel.
Alles komt opnieuw voorbij.
Is alles waar, wat mijn vader zei?
Hij zou het vast niet verzinnen,
maar waarom moest hij er over beginnen?
De dag begon zo mooi,
nu is het overal waar ik ben, een rotzooi.
Ik ben boos en heb gejankt,
en gooide alles wat ik pakken kon aan de kant.
Gauw pak ik mijn lievelingsknuffel beet,
ach, zeg ik tegen mezelf, de dag dat "hij" vrij komt zal gauw komen, als je dat maar weet.