A
Soms is de mens
als een vogel.
Zingend zoals gebekt.
Bewegende in alle
richtingen van de wind
met een schild van
oprechte kameraadschap,
niets te vangen door
de deur van een kooi.
De glimlach opent elk
venster op slot.
Als vogel kun je gaan
waar je wilt; bekijken
vele vogels op vele plaatsen.
Elke dag brengt nieuwe
dingen en vruchten.
Geen gevaar dreigt,
op dat deurtje na.
Zijn als mens is mooi
en prachtig, maar
ook zo onpraktisch.
Vogels gaan waar ze gaan.
Zorgen voor morgen is
er niet. En wij, zitten
vast, als bomen in aarde.
Omgaan met de
toestand van je gemoed
is een zware, als de
emotie niet te peilen
valt. Zoals het lood valt,
zo valt soms de emotie
weg uit al het voelende.
Alsof het gezonken is
diep, onbergbaar. Niets
valt meer te peilen, dan
de impuls van buiten.
(ABLA)
AA
Deze tijd van het jaar
wordt de sterrenhemel
gesierd door lichtjes
'die vallen'.
Mensen hebben met
elkaar afgesproken
dat je een wens
mag doen, onuitgesproken
Licht raakte de
ogen van toen, doen
het tot op vandaag
en hopelijk nog
heel lange hierna.
Licht doet mensen
lachen, geeft leven en
vreugde in het zijn.
Onder een hemel als
deze, werd je eens
geboren. Misschien
wel op het moment,
dat een lichtpuntje
van positie veranderde.
De charme in je zijn
zou zo verklaard zijn.
De mens is immer op
reis in het zijn hier,
door de tijd die de
aarde schept in het
bewegen rondom vele lichten.
Daarom wensen mensen elkaar
veel lichtval en het vele goede
het licht tegemoet.
(ADH)
AAA
Het verbaast niemand
dat de bergen zand
op het uitgegraven perron
met afval zijn bestrooid.
Verbaast en verrukt
met een twinkeling
in zijn ogen, zei hij
dat hij muizen zag.
De oren zorgden, dat ogen
keken en zo aandacht werd
gevestigd op hem, zojuist
gescheiden van een reisgezellin.
Vanuit het hoge Noorden toerden
ze naar de zuidwest Randstad.
Winkels waren gezien, maar niet
de tunnel en de potlood met kubussen.
Elektronica boeit hem zeer
zozeer dat hij hierin lang wil
volhouden in de praktijk en
door studie, als noodzaak.
Instemmend betuigde hij
de mening, dat arbeid zou moeten
strekken tot mensens vreugde.
De zon scheen zijn ogen tegemoet.
Zijn metgezel vertelde over
toeren ook als tiener, eens.
Prijzen veranderen, maar ook
de mogelijkheden en de tijdsduur.
Het perron van haar aankomst
was zonder haar. Geen spoor
wees op haar zijn in de hal groot.
Hij zou laten roepen om haar.
(A)
Colofon
In augustus 1992 ontmoette de dichter driemaal een Alexander. Sander de levensgenieter, Sander de jarige en Alex de reisgenoot gaven aanleiding tot deze verzen en deze gedachten.
©1992 wilzen