Meneer Huisman
meneer Huisman moest even naar de post
hij had een mooie brief geschreven
maar wist niet wat een postzegel kost
wat zou hij nu weer eens beleven
zijn jas hing aan de kapstok als normaal
zijn vrouw kookte stampot, zoals elke maand
zijn kinderen waren zoet en lief, allemaal
en de hond lag te ronken zo verwaand
meneer Huisman kon dus rustig even
een postzegel gaan vragen bij het Post kantoor
toen de kerkklokken luidden, het was zeven
was hij de lange winkelstraat al door
daar was het rode TPG Post gebouw dan
meneer Huisman stak zijn hand in zijn jas
zijn gezicht verbleekte, hij wist niet hoe het kan
waar verbleef zijn brief die daar voor er nog was
plotseling verdween meneer zijn vriendelijke lach
er klonk een meelijwekkend diepe zucht
en daar in de verte wat meneer niet zag
daar dwarrelde een brief door de lucht
wanhopig en verslagen keerde meneer naar huis terug
maar wat zag hij plotseling daar
een eindje verderop, zijn pas werd vlug
daar was zijn brief, echt waar
daar op die tak daar in die boom
meneer Huisman springt om hoog en hoog
maar och, hij was nu iets te sloom
de wind nam de brief met een boog
toen meneer de brief eindelijk te pakken had gekregen
voelde hij zich de alle rijkste van de rijken
hij pakte een zakdoek om het zweet af te vegen
zodat hij weer de gewone meneer Huisman zou lijken
daar eindelijk binnen op het postkantoor
terwijl hij op zij beurt te wachten zat
kreeg hij tot zijn grote schrik door
dat hij geen geld meegebracht had
meneer huisman besloot op zijn terugkeer
maar nooit meer postzegels te gaan halen
zo’n dagje hoeft voor hem niet weer
dat scheelt hem weer verhalen