je doet wat je doet.
je doet wat je denkt dat moet.
ik doe gek en jij normaal.
doe eigenlijk nooit normaal.
hooguit als walter en hendry er zijn.
bij hun kom ik een keertje tot rust.
heledag door springen.
en weet ik veel wat nog meer voor een dingen.
doe niet vaak normaal.
wat is eigenlijk wel normaal?
het zal moeten zijn:
rustig doen en zitten.
rustig liggen te pitten.
maar dat doe ik niet.
dat kan ik niet.
kan het even een uurtje maar niet langer.
duurt het wel langer, dan word ik gek.
en doe ik, weet ik veel hoe erg gek.
springen, dansen weet ik veel.
ik ben gek voor een heel groot deel.
ik ken niemand die normaal is.
iedereen is wel op een manier anders.
je weet het zelf wel.
ook al zit je goed in je vel.
je bent anders dan de rest.
niemand is hetzelfde.
iedereen is anders.
iedereen doet wel dingen waarvan je niet weet waarom.
en als je er na vraagt zeggen ze daarom.
ik doe zo af en toe tog eens dom.
zelfs je vrienden zijn gek.
iedereen is gek.
sommige zijn gek en anderen knetter gek.