In jouw ogen zijn, verdrinken
zinken naar de bodem waar
kalk en zout conserveren
schelpdieren, anemonen hechten
Draai om vrouwen van Lot
bedek de ogen, volg of versteen
zie geen meteoren brandend dalen
onmensen smelten in de straten
Massief blijf ik bewegen en jij
kraakt steen, verkruimelt mij
krakend tussen de vingertoppen
van duim en pink tot stof