Zoveel kerstlichtjes en geen ster aan de hemel
Dit gaat nu gepaard met ons huidig stadsleven
Wij hebben ook geen woestijn en ook geen kemel
En dit komt onze natuur heel ongelegen
Waren wij toch maar in de natuur gebleven
Rustend met onze voeten al op een schemel
In plaats van steeds maar vlugger verder te streven
Als vliegt alles van vroeger doorheen een tremel
Zoveel kerstlichtjes en geen ster aan de hemel
Wat zou ik voor die ene ster niet weggeven
Voor wat rust en ver weg van al dit gewemel
Maar mijn wens lijkt voor velen te overdreven
Als ik over die ster spreek ben ik een zemel
Want het staat niet meer in de sterren geschreven
Net alsof ik een vergeten wijsheid femel
Zo ver zijn zij van die ster reeds weg geweven