Onze eerste vlucht
Deel 5 slot
Zei helemaal niets, had met niemand enigerlei contact,
hij zat daar zo, net alsof het gebeurde hem niet pakt.
Zo volkomen in zich zelf gekeerd zo ingenomen,
als of hij berustend als over zich liet komen.
Terwijl de veiligheidsagent ook niets tegen hem zegt,
heeft hij zich schijnbaar bij de situatie neergelegd.
De stewardess en de steward lopen weer lachend rond,
terwijl de captain de juiste koers weer vond.
Begeleiden ons nu opeens twee straaljagers,
om ons te hoeden voor eventuele belagers.
M`n Alie heeft van dit alles veel geleden
en zachtjes in zich zelf het onze vader gebeden.
Nu is zij weer gerust
en heb ik haar in slaap gekust.
Ik houd steeds de kaper in de gaten
na het gebeuren kan ik dat niet laten.
Steeds zijn het mijn blikken die hem gade slaan.
Hij zit daar zo iets onderuit gezakt,
zoals hij daar geboeid in die stoel is neer gekwakt.
Dan als mijn blikken weer schielijk in zijn richting gaan.
Zie ik het goed; zie ik aan zijn slapen daar een traan.
trekt hij zich de situatie nu toch aan?
Dit beeld is me later altijd bij gebleven,
dat zelfs een vliegtuigkaper nog geeft om dit aardse leven.
Zijn actie was ook niet het geen hij zelve ooit zal wensen,
hij werd er toe gedreven door andere wraakzuchtige mensen.
Die zelf veilig zijn en alles hebben wat zij begeren
en anderen in hun belang laten creperen.
Dan opeens zakt de kaper onderuit,
de veiligheidsagent die stort zich op zijn geboeide buit.
Wil hem weer in zijn stoel hijsen maar hij weegt als lood.
Dan zie ik het de kaper leeft niet meer; hij is dood.
Hij had zijn strijd gestreden en verloren,
er was geen weg terug hij kon enkel maar naar voren.
En als wij eindelijk landen op het vliegveld van Mexicostad,
zeg ik zo tegen m`n Alie; "zo dat hebben wij weer gehad."
"Als wij straks in ons hotel verblijven,
hebben wij heel wat om aan de kinderen te schrijven.
Want ik heb alle ervaringen in mijn brein bewaart,
maar dat verhaal past zeker niet op een ansichtkaart."
Nu wij liggen te bakken in `t zand, op het Acapulcostrand.
en de zon op m`n Alie`s rugje brand
besef ik dat er nu een eind gekomen is aan deze klucht.
ik moet er maar niet aan denken, maar er wacht ons nog een vlucht.
DdJ