Ik zie de gang
die me lokt,
in z'n aroma
Van verse spelgeluiden
die me roept,
in z'n sferen
Hoe lang geleden
heb ik nog genoten
van zulke dwaze,
onherroepelijk verkozen
Tot achtergebleven,
stilte in de bossen
nu-zo vredig
kan ik niet geloven
Dat het ooit zo is geweest
en is wat ik vrees
de lege duisternis, de stemmen hees