Vreemde ogen staren,
Vreemde handen raken,
Vreemde tranen varen,
Op een zee van verdriet.
Sterke handen lijden,
Sterke gedachtes maken,
Sterk verdriet gaat,
Gebukt onder een zwart laken.
Zwakke tranen vloeien,
Zwakke wilskracht wil.
Zwakke gevoelens sturen,
Het voelt allemaal klam en kil.
Zacht geschreeuw om hulp,
Zachte aanrakingen van pijn,
Zacht gehuil om niets,
Of zou er toch iets zijn?
Moeilijke beslissingen maken,
Moeilijk om er mee om te gaan.
Moeilijk om blij te zijn,
Denkend: Vlieg toch allemaal naar de maan.