Vergeten wie ik was,
vergeten wie ik ben,
leef ik al slapend,
bang voor de angst die komen zal.
Mijn eigen wereld,
en niemand die hem begrijpt,
helemaal alleen
maar geen bewijs.
Geloven, is het enigste wat ze kunnen doen
maar als ze het niet begrijpen
kunnen ze het ook niet geloven.
Bang voor de angst,
bang van mezelf.
Nog zoveel dingen die ik ze zou willen tonen,
willen uitleggen,
zodat ze me verstaan.
Maar zolang zelfs ik het niet versta,
blijft het voorlopig een raadsel,
voor iedereen,
zelfs voor mij.
Ik wou dat ik mijn wereld delen kon,
ik wou dat ik mijn wereld kon laten zien
en laten voelen en hem vergelijken
met de echte, die iedereen kent.
Maar het liefst zou ik hem willen vermoorden,
kapot maken, hem laten voelen dat
ik hem niet nodig heb, dat hij me kapot maakt.
Maar hij is te sterk en trekt me telkens weer mee
in zijn raadselachtige sfeer.
Ik ben vergeten hoe het voelt om te leven,
écht te leven.