eindeloos lang strekt
het zich voor mij uit.
Achterom kijken kan niet,
ik kom alleen nog maar vooruit.
Als op een lange roltrap,
die steeds maar verder gaat
Mijn gedachten, die rollen mee
en spinnen een lange draad.
Een draad van angsten en geluk,
tot een bolletje opgeknoopt.
Aan het begin een bergje verdriet,
wat daar stilletjes is opgehoopt.
Geen einde is er in het zicht,
de wereld wandelt rustig mee.
Ik neem het leven, zoals het komt,
bewandel het angstig, maar gedwee.
Maar ergens achter in mijn hoofd,
ben ik mij zeer bewust,
Het kan plots afgelopen zijn,
pas dan krijgen de zielen rust.
Tot dan toe is het doorbijten
en vechten tegen het kwaad.
Besef je dit pas aan het eind,
dan is het meestal al te laat.
Dus bevecht het kwade dapper
en sta voor mensen klaar.
Dan zal je gelukkig zijn
en is een vredig einde daar.