Eenzaam in de volle trein,
ik kijk door de verregende ruiten,
ontbladerde bomen op een kille plein.
Het is donker buiten.
Enkele dwalende mensjes vluchtend van de regen,
op zoek naar een warme plek.
Ik voel de trein terug bewegen,
een hard en schokkend vertrek.
Voorbijflitsende bomen, regen, lichten,
de lichtslang snelt doorheen het land.
Regendruppels die mijn zicht dichten,
met hevig oplaaiend zand.
De trein toert onstabiel,
daar gaat alweer een wiel,
onze enige hoop weggeblazen,
met de instorting van de brug.
En de trein kan niet stoppen met voort te razen,
neerwaartse beweging, op haar rug.
Einde aan haar glorierijk grondbeven,
einde aan mijn nietszeggende leven..