Het spoor van de trein der massa,
daar loop ik naast.
Zacht gerinkel van de kassa,
hoor ik niet in mijn haast.
Tol eisend voor het leven.
Enkel eenzaamheid kan ik geven,
treurwilgen die mij vergezellen,
ik hoor het gerinkel versnellen,
zie de trein vervagen.
Verbannen door mijn goedheid,
kan ik enkel klagen,
terugkijkend op die tijd.