Ik sta gemangeld op en kom langzaam op gang.
De dag is nog geeneens begonnen en duurt al lang.
Ik strompel op onvaste benen en sleep mezelf voort.
Voordat elke voet wortel schiet en de grond in boort.
Eindelijk aangekleed smeer ik een broodje en neem het mee.
Ik plof niet zachtzinnig op de bank en kijk naar de TV.
Ik kan kiezen tussen dat belachelijke programma Tell Sell.
Of 'raad het woord' en win 450 euro als ik nu op bel.
Een simpel spelletje op de computer dan maar.
Ik kan niet winnen, dus hiermee ben ik ook snel klaar.
Mijn hoofd begint weer erger te kloppen.
Het houdt lang aan, het wil zelfs niet stoppen.
Het kloppen in mijn hoofd gaat over in dreunen.
Mijn handen gaan omhoog om mijn hoofd te ondersteunen.
Ik ga weer zitten en kijk bedenkelijk uit het raam.
Ik peins er niet over om met het mooie weer naar buiten te gaan.
Zo duurt het en gaat het de gehele dag door.
Mijn vriendin komt thuis en zegt sarcastisch;
Aaaahhh, je bent best wel zielig met je kater hoor.