Ik ben mijn eigen vriend,
door dik en dun.
Praat mezelf liefde toe,
en ben diegene die ik alles gun.
Als niemand met mij wil delen,
wil ik dat ook met niemand.
Mensen zijn met zovelen,
en er loopt vast wel iemand,
die zal spreken, en zal vragen;
roer met mij in onze diepste wateren,
met onze boot,
door drek en schoon water,
spreek en vertel me wat er is,
in deze wateren ben jij de grootste vis,
en jij word mijn grootste vangst,
wij zullen koesteren,
onze samenkomst.
En ik zal je koesteren, omdat jij waarlijk bent,
waarlijk spreekt, mij waarlijk kent.
En ik zal van je houden,
en dan ook eens van mijzelf,
wij zullen van elkaar houden,
alleen wij, van onszelf.