Een put zo eindeloos diep.
De put waarin ik zo ver ben gezonken.
Mijn emoties, gevoelens verdronken.
Een put zo eindeloos diep.
Dat ik geen enkel lichtpuntje nog zie.
Gezichten veranderd in vage schimmen.
Ik ben zo moe van het naar boven klimmen.
Vrienden staan boven aan de put en roepen mijn naam.
Ik probeer te luisteren heb moeite ze te verstaan.
Mijn handen doen pijn van het schaven aan de ruwe stenen.
Ik heb het koud, zak steeds weer in het water met mijn benen.
Ik ben zo vreselijk bang om kopje onder te gaan.
Ik weet dat het water in de put te diep is om in te staan.