Dood vogeltje pap.
Hoefde ik maar te zeggen
En jij tilde me liefdevol tot wel boven je hoofd.
Ik hoor mijn kinderstemmetje zeggen,
Nog één keertje papa dat had je beloofd.
Slap als een dweil hing ik dan boven jou.
Totdat jij riep het vogeltje vliegt nou!
Dan begon ik wild met mijn armen te wapperen,
Tot je zei nu stoppen met klapperen.
Dood vogeltje kan niet fladderen.
Gierend van het lachen smeekte ik telkens weer.
Ah papa toe nou alsjeblieft nog één keer.
en natuurlijk tilde jij me dan weer boven je hoofd.
Vogeltje vliegt, vogeltje is dood.