je ziet het in zijn ogen,
een kind met verdriet,
hij vraagt om hulp,
maar niemand die hem ziet
verdoofd van de pijn,
hels geluid om zich heen,
ingeborgen in moeders handen,
zo bang als geen één
kleine handjes die grijpen,
naar warmte en een dak,
niemand kan het geloven,
maar iedereen die het vergat
traantjes die vloeien,
maar een stem die weinig zegt,
beelden die niet toveren,
en niemand tot zijn recht
zo ongelukkig dat we zijn,
om dingen zo groot maar klein,
waar andere alleen van dromen,
wanneer het hen mag overkomen
het jongetje stierf te jong,
met zijn moeder aan zijn zij,
maar hebzucht mag weer zappen,
want het nieuws is voorbij...