Een roos als teken dat ik van je houd,
Een traan om al je verdriet,
Jou gevoelens laten mij zeker niet koud,
Ik hoop dat je dat inziet.
Wat ik voel tussen ons is een soort van band,
Woorden hebben we eigenlijk niet nodig.
Ik kijk naar je, en grijp naar je hand,
En inderdaad, praten is overbodig.
Ik staar in je ogen, die zoveel willen melden,
Hele boeken vol, met alle ellende van dien.
Ik stel voor om te verdwalen in de begroeide velden,
Dan vergeten we al onze zorgen misschien.
Niets of niemand die ons zal stoppen,
Precies zoals het zou moeten zijn.
Geen pijn, angsten en leugens meer opkroppen,
Voor eeuwig en altijd, onder de glorieuze maneschijn...