De beeldhouwer kapt in het hout,
afgezaagd hout,
gestorven hout,
dat onder zijn handen
op gaat staan uit de dood.
Aarzelend eerst, met horten,
dan schokkend herlevend.
Hier nog iets af
en daar nog iets weg.
De beeldhouwer snijdt zijn geest in het hout
dat lichaam wordt:
levend lichaam van essen of linde.
Hinde-lichaam van een jonge vrouw,
haar blote handen
vibrerend
voor de lokkende schoot.
Hans Winter: | Vrijdag, januari 13, 2006 20:51 |
werd de mens tot slot van de schepping tot bestaan gebracht, uit hem werd de vrouw, de leven gevende geroepen, om telkens terug te zoeken. hans |
|
wolkie: | Vrijdag, januari 13, 2006 20:29 |
Heel mooi verwoord! | |
Auteur: Huub Hoek | ||
Gecontroleerd door: Anastacia | ||
Gepubliceerd op: 13 januari 2006 | ||
Thema's: |