Je kan veel praten,
en niets zeggen.
Je kan veel horen
en toch niet luisteren.
Je kan aanhoren
en niet begrijpen.
Je kan kijken
en toch niets zien.
Wil ik met je praten
dan sta ik open voor je,
ik luister, ik kijk naar je.
Ik aanvaard, ik begrijp je,
In een woordloos omarmen
laat ik je voelen
ik, jij, wij.