Het is heerlijk te dromen,
alleen of met zijn twee,
Overdag of in de nacht,
nemen gedachtes je mee,
Zweven door heldere sterren hemel,
of lopen in een mooi groen bos,
Eindeloos verzonken in gedachtes,
komen wilde fantasieen los,
Dagdromen in de nacht,
naar heldere sterren staren,
Je ogen nooit meer openen,
bang om gedachtes te laten varen,
Een bos door sneeuw bedekt,
geen pad om op te lopen,
Het verleden achter je laten,
door in de toekomst te blijven hopen,
Heel voorzichtig je ogen weer open,
knipperend tegen het felle licht,
Lopen over een lang mooi pad,
waar aan het eind de toekomst ligt.
Elke weg heeft ooit een eind,
niemand weet waar het begint,
In dromen kom je iemand tegen,
die jouw weg als vanzelf vindt.
Samen loop je dan in gedachtes,
door plassen en door gras,
Maar pas op met dagdromen,
want helaas zijn ze breekbaar als glas.