Over de bloem en de vlinder
Weet nog goed de dag van mijn eerste gefladder
Vrolijk in de wind en genietend van de zon
De kleuren en de geuren van moedertje natuur
Overal natuur, de vlinder viel op bloemen
De bloem heeft de vlinder langs zich zien gaan
De vlinder landde daar vlak in de buurt
Om de in zijn ogen mooie bloem te aanschouwen
De glans van haar hartje kan hem zo bekoren
Ze deelden lief en leed, met een lach en met een traan
Ze genoten van elkander, ze hielden van elkaar
De liefde was intens en heel speciaal
Waar de vlinder ook was hij voelde de liefde van zijn bloem
Die band van liefde, was almachtig en sterk
Lijkt iets bovennatuurlijks, is niet in woorden te vatten
Zo sterk en ook zo speciaal, het leek zo ideaal
Maar de band van liefde verstikte dit bloem-vlinder paar
Steeds vaker kwam er pijn en soms intens verdriet
Soms uitte de vlinder dat en soms ook helemaal niet
Hij voelde met zijn stekels en voelde angst van de bloem
Om te mogen landen op haar hart, het hart van die mooie bloem
Hij vraagt haar vaak en niet geheel zonder reden
Om te mogen snuiven van de liefde, de kriebel van de bloem
De vlinder landde op de bloem, geheel onzichtbaar
Op een blaadje van haar stam, sterk en vol groene kleur
De bloem voelde niet meer haar evenwicht, en zocht een weg
De vlinder duikelde van boven naar beneden, zo op de grond
Gekreukelde, bevuilde witte vleugels en stengels als bananen
De vlinder keek op, en vroeg de bloem waarom kreeg ik geen teken
De bloem verwoordde zich niet te kunnen uiten aan de vlinder
De vlinder was even boos, gedreven door zijn eigen verleden
En wilde aan het in zijn ogen rotte blaadje trekken
De bloem is zo mooi en vol liefde, heeft dat blaadje echt niet nodig
De vlinder vind dat blaadje ook niet passen in de liefde
De liefde die het bloem-vlinder paar had gevormd tot wat het was
Niets is zo puur geweest als de liefde die hen beide voedde
Was dat nu de reden van de bloem haar intense woedde
De vlinder zoekt bezinning, en zoekt naar de juiste woorden
Om te verwoorden wat hij voelt, waarom en waar
Nu hij alleen is zonder liefde, zonder de zachtheid van het bestaan
Voelt hij zich ongelukkig, kwetsbaar, teer en innerlijke pijn
Door de val nog niet in staat te fladderen door de lucht
Getrokken worden door het licht in de hand van het mensenkind
Probeert hij te sterken, en verzamelt al zijn krachten
Om te landen op haar hand, om zichzelf te laten zien
Haar te zeggen wat hij beleefd en ervaart
Tijd is geduldig, de teerheid van dit bloem-vlinder paar
De vlinder treurt en voelt zich ongelukkig
Kon hij zich maar uiten, in de weg van de liefde van de bloem
De bloem is teer, mooi en vol overgave van liefde
Een hart zo gevoelig, nog teerder dan de vleugels van de vlinder
Lief klein mensenkind, als mijn goddelijke woorden je zo diep raken
Voel de band, de warmte, de tederheid van ons bloem-vlinder bestaan……