O, jij met je stralende ogen,
En je kuiltjes in je wangen als je lacht,
Er zal niemand zijn die zo naar je smacht.
Je bent zoo lief zoo schoon, dat is niet gelogen.
Met de lokken van je haar spelen wind en regen, de enige die dat mogen.
Een simpele beweging van jou maakt een huivering van onmacht.
Je wangen gloeien op bij de zon en verslaan daarmee de nacht,
die op zich laat wachten zonder mededogen.
Ik ben verslaafd aan jouw verschijning en verbeten
aan de afstand tussen ons, die ik in stukken
wil scheuren, jouw beeld is in mijn hart gesleten.
Ik ben door jouw lieftallige uitstraling bezeten.
wanhopig probeer ik mijn lippen op de jouwe te drukken,
maar wat ik van je vind, ben je dan al weer vergeten.
~ een sonnet speciaal voor jou, degene die ik altijd zal beminnen maar ik nooit tegen zou kunnen zeggen hoe veel ik van je houd ~