Ik denk
en denk
en denk…
Ik moet schrijven over een plekje,
een wel erg leuk optrekje.
Ik denk
en denk
en denk…
Waar zou ik nu wel eens willen zijn?
Even maar… enkele minuutjes… ergens…
Ik denk
en denk
en denk
Een bergje groot of klein,
ja, daar zou ik eens willen zijn.
O wondermooie berg,
ik wil nu dolgraag bij je zijn.
Rust…
die alles sust.
’s Zomers wandelde ik,
dit gaf me soms een kick.
’s Winters skiede ik,
toch had ik in het begin wat schrik.
Ik hoop
en hoop
en hoop…
Gaan we in de zomervakantie
bij jou vakantie?
Met de auto of met de trein,
ja, bij jou wil ik nu zijn!
Weg van alles
helemaal alleen
met alleen jou om me heen…
Soms strompel ik moeizaam omhoog
en vraagt het mij veel energie
om mijn doel te bereiken.
Van tijd tot tijd tuimel ik
-wat- naar beneden
of rol ik over je top heen
en ontdek ik dat ik
eventjes te ver ging
en mijn grens overschreed…
Soms bereik ik jouw top,
dan heb ik mijn doel bereikt.
Is dit dan het perfecte geluk?
Neen, voor mij is de weg naar
de top vaak even belangrijk
als het bereiken van het hoogtepunt zelf.
Ik droom
en droom
en droom...
over het beklimmen van een berg,
over het vallen en opstaan dat er komt bij kijken,
over het uiteindelijk bereiken
van mijn doel
dat ik voor ogen heb.
Ik hoop
en hoop
en hoop…
Ik denk
en denk
en denk…
jou te beklimmen,
met vallen
en opstaan,
een doel te bereiken,
een geluk na te streven.
Ik denk, hoop en droom
GELUK