De manier waarop je je
rug naar me draait is haast
onwelvoeglijk, ik weet dat je wakker
bent en me toch laat geloven
dat het niet zo is
De wereld draait om me heen
ik ben het middelpunt in
een kleine lepeltjeshouding,
jij draait niet mee of toch
niet helemaal
Ik draai me met mijn
rug naar jou,
men zou nog bijna misselijk
worden van al dat draaien
en dan opeens vraag je me wat er scheelt
Ik draai
(voor N.)