Blij zonder lachen
Jaap van Duijn, 11-november-2001
Niet langer meer was ik hem die ik zijn wilde. Niet langer meer genot in het niets. Waar niets duisternis was had zij mij nu omringd in een golf van pijn en emoties.
Tranen laat ik niet, de oase in de woestijn die mijn ogen zijn is veranderd in droge heuvels van wit zand.
Ik verander, het gaat te snel. Ik drink te veel en ook dit gaat sneller dan ik hebben kan. Het leven gaat voorbij, maar voor het eerst gaat het leven zo langzaam dat ik haar zie voor wie ze is. Nu begrijp ik dat de dromen die eens het leven beheerste niets minder zijn dan schamele illusies over een werkelijkheid die niet bestaat.
Het masker dat jaren lang het gezicht verborg vertoond scheuren om uiteindelijk te vallen op de zwarte grond. De zwarte grond, vol gaten van ongeluk waar eens ik ook in vallen zal. Of misschien ben ik al vallende. Waar naartoe? Wat nu?
Mensen kijken me aan en zien niet wie ik ben. Ze praten met de illusie die ik geworden ben. Zij zien niet de scheuren in het masker die voor mij zo pijnlijk, overduidelijk aanwezig zijn. Ze lachen maar ik hoor ze in de verte. Ze praten maar hun woorden zeggen me niets. Ik wil niet langer naar ze luisteren, hun woorden vertellen al de dingen die ik niet wil horen. Ik neem er nog een.
Ik rook een sigaret, een moment van rust en bezinning, heb ik me immer voorgenomen.Ik staar maar zie alleen de dingen die ik wil zien. Ik ben alleen in de massa. Niet langer meer val ik op, ik trek me verder en verder terug, zonder eindoel inzicht te hebben. Er valt zoveel rust te halen uit eenzaamheid. Op de plek waar ik nu ben hoef ik geen medeleven te tonen aan hen die mij niets intereseren, ik ben alleen. Hier in de coulissen van het leven kan het masker af, de voorstelling houdt hier op. Het publiek klapt, ze zijn onwetend.
Hier, back-stage, zijn het de gedachten die me bezighouden.Geen woord wordt hier gesproken. Hier is praten een zonde. Hier kan ik zijn wie ik ben en hier kan ik doen wat ik wil. Verder terugtrekken dan dit, lijkt onmogelijk.
Hier ben ik eenzaam, en ben ik blij zonder te lachen.