De warmte van de zomerzon wordt door water
weggespoeld; fonteindruppels dwarrelen
als minieme sneeuwvlokken op het gras
dat kriebelt; mijn blote voeten denken
dat er beestjes kruipen over mijn huid,
ze bijten plagend. Ik achtervolg jou,
en de grassproeier achtervolgt mij: zomerpret
in perpetuum mobile. Een wisselende douche
van hitte, koel water en jou: een zinderend genot
van afgespoeld zweet en kriebels in mijn tenen;
kriebels in mijn buik.