sta weg van mij, klim maar op een kast
want als ik mijn nagels heb vermoord
weet ik niet wat het volgende is
misschien dat ik behang ga scheuren,
eens kijken wat men daarachter verstopte
-hopend op geheimen, verdriet en pijn,
om het mijne te vergeten-
vlieg weg van mij, de deur staat open,
want het was niet alsof ik je kon houden,
mijn kooi is slechts van hout, niet goed genoeg
misschien dat ik de gedempte putten wel ga openen,
eens kijken welke kalven daar in verdronken zijn,
alvorens men -wederom voorlopend op mijn langzaamheid-
van zijn fouten had geleerd en de gapende wonden sloot
verwacht van mij maar geen passie of zoiets,
want dat is voor mij werkelijk een pad te ver,
-liefhebben heb ik mijzelf allang verboden-
misschien dat ik me zal verstoppen onder de dekens,
waar ik mijn lichaam laten rotten zal voorgoed,
wentelend in het zelfmedelijden dat ik niet verdiende,
-zodat jullie me zouden haten voor 't bord voor mijn hoofd-
en klim nu maar niet in die verjaardagstaart,
want als ik je vind ben je nog lang niet jarig,
-of misschien wel nooit meer, dat ligt eraan-
in hoeverre deze waarschuwing mosterd na de maaltijd is