De klok tikt zachtjes voort
De haard knettert na
Vanuit mijn raam kijk ik op een meer
Hij kijkt me beangstigend aan
Hij kijkt me verlangend aan
Alsof het niet met me eens is
Alsof het me wil opnemen en verwarmen
De wind waait steeds harder
De golven worden steeds hoger
Maar het meer blijft me beangstigend aan kijken
Het maakt geen verschil
Of ik nu hier zit of in het meer
Ik verdrink sowieso.