Jij
Ik ben in school,
iedereen is rond mij,
Maar toch voel ik me eenzaam.
Als ik naar huis fiets,
hoor ik de motoren van auto’s,
het geroep van spelende kinderen,
maar toch voel ik me eenzaam.
Overal is er wel iemand,
maar telkens voel ik me eenzaam.
Maar op het moment dat ik niets meer voel, zie ik jou,
ik hoorde iedereen terug, maar voelde alleen je kloppende hart,
je adem in mijn gezicht en ..., nu ben ik zoals iedereen,
Niemand.