Ik bewonder de zware wegen,
Die ik nog moet gaan,
Wat kom ik er tegen?
Zal ik er ooit stil op moeten staan.
Ik laat mijn voeten lopen,
Zij kennen immers de weg,
Laat ik het maar hopen,
En anders heb ik gewoon pech.
Ik kom veel wezens tegen,
Beesten bovendien,
Plots valt er regen,
Ben ik straks kletsnat,
Zal je zien.
Ik daag de toekomst uit,
Ga in gevecht met het heden,
Kom dan tot het besluit,
Dat ik niet meer moet kijken,
Naar het verleden.
Ik loop en loop,
Nog over de wegen,
Ik heb nog hoop,
En stel niet meer de vraag,
Wat kom ik nog tegen.