In je ogen zie ik een warme zonneschijn,
je mond is als een rijpe zomeroogst,
je lippen te voelen is zo fijn,
maar je ganse jij, zet ik het allerhoogst.
Je armen trekken me stevig naar je toe,
daar te zijn is een feest,
je benen zijn zo sterk, dus zelden moe,
maar je ganse jij, waardeer ik het meest.
Je lijf spreekt vele talen,
van vreugde, droefheid en genot,
ik hield ervan reeds vele malen,
maar op je ganse jij, doe ik het hoogste bod.
En alles wat nog niet is gezegd,
je handen, je haren, en nog zoveel dingen,
daarvan hou ik oprecht,
maar je ganse jij, doet mijn hart zingen.
Liefs