als bezetene
schreeuwen door
hard fluisteren riep
je uit alle macht
de longen langs je tong
hoorde je zeggen
dat er zoveel was te leggen
uit brokkelend steen
er doorheen gesmolten
als koesterende zon
schreeuwde je leven
uit ik heb je
lief laat me jouw
niet alleen delen
waarvan ik won