De zon bescheen je helft
De zon bescheen je helft
als een afgerukte tak
ligt voor je voeten
je stemgeluid
de sleur, ze brak
Donker jij
niet voor jezelf
als individu ideaal
alle liefde voor jezelf
humaan
Je tred is donker nu
mijn paden licht
de kiezel knerpt
maar zelf een dorre bloem
voelt zich niet verplicht
naar je graf te gaan
Bomen cirkelen met de zon
schaduw constant op steen
dissonant de klokken
Jij gaf weg je kind
verwijderd de angel
de doorn uitgetrokken