God moet mij liefde leren.
Moet me bekeren.
Ben in de strijd ven het leven alle kracht en moed verloren.
God ja zie je me wel of besta jij wel.
Ben verloren in de energie van het strijden tegen mezelf.
Kommer en kwel besta jij slechts in gedachten in mijn droomwereld.
Maak ik mezelf heel wat wijs.
Denk van wel.
Wat mijn gedachten zijn voert het ook uit.
Zoals iedereen creƫer ik alles zelf.
God ja vind mezelf wel weer.
Al lang verloren in de tijd.
Verwrongen tot een persoonlijkheid.
Wat de maatschappij van me verwacht.
En gemaakt van de opvoeders zogezegd.
Zich aan alles en iedereen aanpassen.
Zo verlies jezelf in wie je wezen wel bent.
Komt wel goed op uur en tijd.
Alles met tijd en stond.
Wat bestond in je geweten komt wel weer terug.
Wie je bent kom je ooit wel weer te weten.
Tenslotte zit het in je geweten.
Niets ben je vergeten, behalve jezelf.
Vanaf nu ga ik voor mezelf.
Wat anderen ook zeggen of denken.
Geen gedoe meer en praatjes van hoe of wat.
Gewoon leven en jezelf wezen.
Meer niet zo gezegd zo gedaan.
Tot de eeuwigheid van het leven.
Scheld ik alle (schulden) kwijt.
Jij en ik hebben tijd.
De andere gevormde persoonlijkheid , komen er wel op tijd en stond.