Jij,
Jij bent diegene die mooie jeugdliefde van weleer.
Jij,
Jij bent diegene die me zoveel jaren terug wist te raken.
Jij,
Jij bent diegene die me liet lachen.
Jij,
Jij bent diegene die me wist te ontroeren met zijn lieve woorden.
Jij,
Jij bent diegene die me niet meer los liet diep van binnen.
Jij,
Jij bent diegene die zei dat wat we toen hadden niet verder kon uitbloeien in ons leven.
Jij,
Jij bent diegene waaraan ik steeds dacht.
Jij,
Jij bent diegene die een mooie jeugdherinnering geworden was.
Jij,
Jij bent diegene die na een hele lange tijd, een tijd waarin veel veranderd was, die herinnering wou doen heropbloeien en verder wou laten groeien en bloeien.
Maar de tijd is veranderd. Ons leven is veranderd. Mijn leven is veranderd.
Jij,
Jij bent nog steeds diegene die me weet te raken.
Jij,
Jij bent nog steeds die mooie jeugdliefde van toen.
Jij,
Jij bent nog steeds diegene aan wie ik voor de eerste keer mijn hart aan heb verloren.
De eerste keer. Ik heb ondertussen mijn hart aan iemand anders verloren.
Jij,
Jij bent diegene die vaak tussen ‘ons’ zit. Maar die ‘ons’ is sterk genoeg om te vechten voor wat we hebben.
Jij,
Jij bent diegene die me nog steeds niet onberoerd laat.
Jij,
Jij bent één van diegene waarmee ik een reis van mijn leven heb gemaakt.
Jij,
Jij bent diegene die ik graag als goede vriend zou houden.
Jij,
Jij en ik, wij kunnen geen ‘ons’ meer worden.
Die ‘ons’ waar ik een onderdeel van maak. Die is niet meer mogelijk.
Want ik,
Ik heb je een plaatsje gegeven in mijn leven, in mijn hart, in mijn herinneringen.
Ik,
Ik ben diegene die veranderd is.
Ik,
Ik ben diegene die van die ‘ons’ enkel een herinnering, een droom maakt in plaats van een mogelijkheid.
Ik,
Ik ben diegene die je losgelaten heeft en verder gegaan is.
Ik,
Ik ben diegene die die ander graag ziet en alles waarvoor jij toen stond en nu staat dat is hij, en zoveel meer.