Letteke.
Wie herinnert zich het TV feuilleton nog, ‘Een mens van goede wil’.
De hoofd personages heetten Tijl en Letteke.
Het was in die periode dat mijn neef en ik op de buiten woonden. Als geboren stadsmensen hadden wij ons goed geïntegreerd op het platte land. In de buurt, noemden ons zelfs de pallieters van de Heidelaan. Omdat wij Gods water over Gods akker lieten lopen.
Die dag, gingen wij op zoek naar een ezeltje. François dochtertje werd zes jaar en wij hadden besloten om haar te verrassen met een ezeltje. Met ons aanhangwagentje dat wij van een buurman geleend hadden zeulden wij de streek af.
Na minstens zes boerderijen en de nodige pintjes, vonden wij een weide waar wel tien ezels graasden.
De gezellige boer wilde wat graag een van zijn ezeltjes verkopen tegen een aanvaardbare prijs.
De rondborstige man was niet alleen gul met zijn grappen maar ook met zijn wittekes, die de koop moesten bezegelen.
“Kies er maar een uit, maar jullie moeten hem zelf vangen. Er is zelfs een drachtig ezelinnetje bij, ook dat mogen jullie hebben.”
Na de pintjes en de borreltjes liepen wij over de weide met zeemansbenen, op jacht naar de ezelin met de dikste buik. Vanaf toen weet ik dat ezels koppig zijn, want wij hadden minstens een uur en een pak vol ezelsshit nodig om onze vangst in het karretje te loodsen.
In de grote tuin van mijn neef timmerden wij een paddock en een stalletje klaar voor het ezelinnetje. Bovenop de stalling plaatsen wij als kroon op ons werk een dennenhouten plank met als opschrift ‘Letteke’.
De volgende dag contacteerden wij de veearts uit de streek. Wij wilden graag weten of onze aanwinst gezond was en wanneer er kleine ezeltjes zouden geboren worden.
Samen met de man liepen wij op het ezelinnetje toe. De dokter tastte met zijn hand onder de buik van het dier en wonder boven wonder kwam daar een vijfde poot tevoorschijn.
De veearts proestte het uit, wij hadden een ezel met een dikke grasbuik gevangen.
De ezel bleef, de plank verdween en werd vervangen door een met het opschrift ‘Tijl’