In het verglijden van de dag
wanneer de maan alweer lacht,
duister over het landschap smelt
en even stopt al het geweld
als de sterren weer gaan flonkeren
tussen wolken door, even lonken
dan zie ik weer het felle licht
dat een knipoog naar me richt.
Kom jij mij lachend wenken
jou wat warmte te schenken,
voel mijn handen, je dromen,
laat de liefde tot je komen.
Voel hoe wervelende lenden
kronkelend jouw totaal verwennen
hoe je hartslag plots versnelt
hoe je voor die liefde smelt.
Je voelt het strelen van mijn handen,
die glijden langs de druivenranken
ik voel de sfeer waarin je leeft,
om het leven, dat heeft geleefd.