Wat lig je daar mooi aan de Noordzee.
Alles zit je wel mee.
Het grote park ligt te zonnen.
Ik zie kinderwagens met ballonnen.
De kunstwerken van René Magritte kijken blij.
Want ze wachten speciaal op mij.
Als een dorstige ree
loop ik over de nauwe paadjes naar zee.
In een katholieke kerk op het plein
steek ik biddend een kaarsje op,
want dat is fijn.
Met een paar kunstschilders aan zee
voer ik een gesprekje mee.
Eten en drinken zijn een genot.
Of je nu een Belg bent of een Schot.
Dan lig ik in mijn hooggelegen hotelkamer
te wachten op de man met de hamer.
De volgende dag neem ik de trein
nadenkend over alle aardse schijn.