Niemand wil het zien, de wereld in de status zoals het is.
Het is de haat tegen zijn eigen soort.
Als je goed kijkt, zie je dat er morgen niks meer zit.
Dit is niet zoals het was, zoals het hoort.
Oorlog hier, Oorlog daar.
De haat gaat altijd per paar.
Het duurt nog even.
Dan is de strijd gestreden.
Jonge levens, die zich inzetten voor hun vaderland.
Jonge vaders, en geliefde zonen.
Maar vaak niet wetend wat er komt naderhand.
Voor de nabestaanden, vaak alleen maar tranen als lonen.
Toen werd het donker voor zijn ogen.
hij weet nog, hij stond met 50 man op het gras.
Hij kon het niet geloven.
Dat hij in rust en vrede beland was.
(dit is mijn eerste gedicht die ik schryf/typ)