's avonds als de meeuwen schreeuwen
en de maan de zee verlicht
zie je mij daar al sinds eeuwen
de blik op iets onechts gericht
naar de horizon te staren, dromend
over wat daar achter ligt
wachtend op de vloot die komend
is, wachtend op het schip
dat mijn onrust zal verstaan
langzaam verlies ik dan mijn grip
op het dagelijks bestaan
verlies mezelf als ik vervlieg
tussen sterren en de maan
als dan ook de nacht vervliegt
de zon haar troon bestijgt
dan komt de ochtend met een lied
dat mijn hart verblijdt
dan denk ik niet
nooit meer aan later
ben perfect gelukkig, maar
mijn stemming schommelt met het water
nu word ik het eb gewaar
nu zing ik in de maat
vertrek op reis, begraaf mijn dromen
vind misschien rust en regelmaat
toch weet ik dat de vloed zal komen
en de nacht waarbij
de wind zacht fluisterd door de bomen
er een ster verschijnt die mij
terug zal roepen naar de zee
als er dan een schip zal komen
vrees ik, ga ik mee