Vanonder mijn zwart geverfde wimpers
zie jij een traan langs mijn wang glijden
je vinger volgt en vangt,
net voor hij op mijn lippen rolt
(en ik had nog zo gezegd dat ik niet huilen zou)
Ik afscheid jou van mij
nog voor jij mijn dromen kende
waarin jij soms (en soms te vaak) voorkwam
ik wenste me in je armen, onwetend
dat slechts ik mij warmen kan
Dus dit was het dan -ik zou willen glimlachen
want hoe kan iets eindigen voor het is begonnen -
met een verstilde belofte in onze ogen
ieder afzonderlijk de toekomst tegemoet
(vaarwel, en meer van dat)