De Kerst
Vorige jaren schreef ik,
hoe wij ons voelden, bij de geboorte van de Heer.
Maar het waren onze visies van weleer.
Daarom heeft dat gedicht
een heel apart gezicht.
Ik wil Hem even in de kijker zetten,
niet de lichtjes en onze wetten.
Wij moeten proberen
Hem éénmaal te eren.
Zijn geboorte als gewoon kind,
loopt als een rood lint,
door de eeuwen heen,
in het hart van iedereen.
Geloven of niet, speelt hier geen rol,
we betalen toch de dagelijkse tol,
van ellende en onverdraagzaamheid,
van moord en kinderarbeid.
Mensenhandel en geweld,
dromen die worden geveld.
Hij probeert ons te lijden
Hij probeert oorlog te vermijden.
Wij mensen moeten het ook …..willen,
daar zitten de grote verschillen.
Heeft Hij ons alles zo geleerd
Neen…. het is verkeerd.
Als wij zijn pad zouden volgen,
zonder haat en zonder nijd,
was het voor iedereen een aangename tijd.
We ergeren ons aan alles en nog wat
Wat had Hij…..wel een heel groot hart.
Geen haat tegenover zijn medemens,
mensen….. Hij kwam op de wereld met één wens,
dat zijn kinderen zouden leven,
om mooie dingen te beleven.
Maar wij wilden niet zien met onze ogen.
We werden door derden belogen.
Wij wilden niet luisteren naar goede raad,
het werd een bodem met ongekiemd zaad.
Het is een oeverloos begin,
zonder draagkracht naar steun en geloof,
met de jaren wordt hij maar altijd groter,
onze onverdraagzame kloof.
Laten we Hem nu even eren.
Laten wij Hem onze harten beheren.
Kijk even in de stalletjes naar het kleine kind,
dat ieder jaar door iedereen wordt bemind.
Uw kind kan uw hart stelen,
ook Hij wilde Zijn hart met jullie delen.
Aanvaard zijn goede bedoelingen,
om ons leven aangenamer te maken.
Dekt haat en nijd weg met een dik laken,
gemaakt met ons hart en onze ziel,
vol geloof in de toekomst van verdraagzaamheid
in de wereld van Hem,
met voor iedereen gelijkheid.