toen je klein was waren we in de zevende hemel
maar je groeide al snel op en werd een hele kemel
we gaven je liefde en je mocht in ons huis
later vond je hier ook een thuis
je speelde veel met ons en vroeg regematig aandacht
maar dat werd natuurlijk door ons verwacht
je ging graag met ons op vakatie en hield van het water
het kabbellend beekje een herinnering voor later
er zijn tijden geweest dat ik je de nek wouw omdraaien
maar met je trouwe ogen wist je me steeds weer te paaien
je liefde staat in men hart gegrift
van je wegdoen werd ik ook geschift
met tranen van spijt
ik hoop dat je het begrijpt
mijn trouwe vriend
je hebt beter verdiend
nu laat ik je gaan
kon je me maar verstaan
waarom moest het ook zo gaan
eens zullen we weer samen zijn
en vergeten we deze pijn
en alles zal dan beter zijn