voetstap in de wind.
Zoals je een grote pas neemt,
een naar voor en weer een naar achter.
Je zet omhoog en je haalt uit.
Naar de stap, die je verderbrengt.
Wanneer ik tel, dan zit ik al aan honderd.
Telkens opnieuw zet ik een grote stap.
Terwijl de wind blaast,
mijn voetstap in het niets.
Verdwenen door een bries,
een zuchtje wind verplaatst.
En m'n voetstap,
die vliegt mee.
Tot hoog in de wolken.